zondag 14 april 2024

Ontroerd

‘Hoi pap, mijn telefoon is kapot gevallen, het touchscreen regeert niet meer. Kun je mij even een berichtje sturen via dit linkje?’

Dit berichtje ontving ik gisteren. Niet op reageren, niet op spelfout letten. Oppassen, scam, oplichters.

Toch was ik, kinderloze, even ontroerd door dat ‘hoi pap’, en keek er nog even vertederd naar voordat ik het wiste, hoi pap.

 

vrijdag 12 april 2024

De Koning van de Insecten

O, mij God!’
 
Wat bedoel je?
Daar zit hij, ik bedoel, daar zit H I J
  Sorry, maar ik vat ‘m nog steeds niet, hij?
  Wie zit waar?
O, zie ‘m daar toch zitten, je ziet het niet aan hem af.
In zijn achtertuin, aan zijn tuintafeltje, met zijn boeken,
O, Got, wat zou hij lezen! Ik ben zooooo benieuwd. Kan er
Iemand even inzoomen?
Ah, daar hebben we een dichtbundel van Ronalda S. Kamfer,
Een roman die ‘Roman zonder leugens’ heet, en een kunst-
Fotoboek van Boris Mikhailov.
  Dat was het? Wat staat er nog meer op dat tafeltje?
Ik zie een notitieblokje en een pen. En nog, het zal ook niet,
een bierflesje en een glas, half leeg.
  Dichters.
Maar weet hij dat hij de Koning van de Insecten is? Ik bedoel,
net liet een van ons zich in positie zakken, pal voor zijn bril.
Even de zaak in ogenschouw nemen, even de boel onderzoeken.
De daarop volgende bleef ook lang in positie en keek hem lang
inringend aan, of bij hem naar binnen, hoe noem je dat.
 Dit is HEM. De redder van mijn broer, de hommel, die wanhopig
door een ruit probeerde te ontsnappen. HIJ heeft hem buitengezet
in een theeglas met een kartonnetje eronder. HIJ heeft hem zijn
vrijheid hergeven.
 En dan de familie keldermot. Hoe vaak heeft hij ze wel niet,
terwijl ze verdwaald waren, in de keuken, op zolder, op de trap,
in de gang, in de kelder met een ansichtkaart geschept
en hen het paradijs gegeven, buiten, vochtig, donker
onder de regenton? En het aantal spinnen dat weer buiten,
en het aantal bijen dat weer buiten, en het aantal wespen,
en het aantal, uh, dikke vliegen dat weer buiten is gezet –
 En hier zit HIJ dus, in de tuin, aan zijn tuintafeltje. Met zijn
boeken en zijn bierglas. Heeft niets in de gaten. Hoe, hoe
kunnen we hem bedanken? Voor ons, voor onze voorouders,
voor onze kinderen, onze poppen, onze  larven. Zullen we
allemaal even tegelijk, heel hard zoemen?

 


woensdag 10 april 2024

Wollah

Ze had van te voren gebeld. Een rustige vrouwenstem. Of er nog een kamer was voor vannacht, een tweepersoons. Honderdvijentwintig euro? En kan dat dan cash betaald? Dat is goed, dan komen we over anderhalf uur. En om 01.00 uur ’s nachts stonden meneer, en een zwaar en gewaagd beboezemde mevrouw, voor de deur, kinderen van Noord-Afrika. De kamer was prima, maar was de bar nog open? Want dan namen ze graag een fles Sauvignon en twee glazen, en een glas Johnny Walker Black Label mee daar naartoe. En een fles Wodka, o, mag dat niet?

Later klonk vanuit hun kamer gelach en muziek. En gepraat in een taal die ik niet kende. Beiden waren rokers, dus regelmatig gingen ze samen naar buiten om bij de voordeur te roken en verder te praten waarbij mevrouw steeds enorme hoestbuien kreeg. Of ze nog een drankje konden bestellen? Nog een Johnny walker met cola en ijs misschien?
De Ramadan was duidelijk voorbij vannacht.

Het liep al tegen vijf uur, toen meneer zich meldde bij de receptie, hij was gekleed in zijn singlet, bedtijd, zo te zien. Hij had een question. Of ik een tablet had. Of ik een wat had? Voordat ik kon vragen of hij misschien een Paracetamolletje bedoelde, verduidelijkte hij: Viagra.

 

maandag 8 april 2024

zondag 7 april 2024

Dilemma

Maar wat vindt een veganist
van een vleesetende plant?


 

Mijn moeder en ik en Lucebert

De lente is onverwacht warm, en je bent vrij, dus je zit in de tuin met niets anders dan de gedichten van Lucebert. Die bundeltjes, Val voor Vliegengod, en Triangel in de Jungle, en De dieren der democratie, had je gekregen van je moeder, op je verjaardag, toen je een puber was, in de jaren zeventig, dat was.
Wat zal ze toen gedacht hebben? Deze gekkigheid past wel bij hem? (Verstond mijn moeder wat zij las?) Had ze jou zo goed in de peiling? Oversteeg ze haar eigen wereldbeeld?

Daarna las ik Tonnus Oosterhoff. (Met achterin zijn eerste verzamelbundel een cd-rom). En nu schuiven we twee dimensies op: mijn moeder wist niet wat een cd-rom was, en ik kan zo’n obsoleet geval niet meer afspelen, want de apparatuur daartoe
ontbreekt.

Maar mam. Je zou me nu moeten zien, in de tuin, met die twee bundeltjes, van jou, ik bedoel, van Lucebert, maar ik kreeg ze van jou. De woorden in de gedichten kiezen hun eigen volgorde, en vliegen alle kanten op, maar ik volg ze mam, ik volg ze. En ook lees je dit niet meer, dankjewel mam, voor toen, voor nu.